De Laugavegurtrail: op zoek naar soulfood in IJsland

Het is een vreemde contradictie: hoe eenzamer het landschap, hoe voller mijn hart. Mijn hongerige ziel heeft die eindeloze uitzichten nodig. En dus gingen we op wandel: mijn rugzak, mijn ziel en ik. Samen op jacht naar the middle of nowhere in IJsland. In het gezelschap van Travelbase en The Iceland Trail begonnen we aan de tocht. Startpunt Landmannalaugar, eindpunt Pórsmörk. Twee punten met elkaar verbonden door de Laugavegurtrail, een route van 55 km doorheen de buitengewone Icelandic Highlands. Als we National Geographic en Lonely Planet mogen geloven, is dit één van de mooiste hikes ter wereld. De trail pronkt tussen toppers als de West Highland Way in Schotland en The Great Himalaya Trail in Nepal. Desolate landschappen gegarandeerd. Benieuwd of ze mijn honger kunnen stillen. 


Navigeer door deze blogpost:


Dag 1: voeten op IJslandse bodem

Het is 14 uur. Ik plof neer in een verrassend comfortabele vliegtuigstoel. Nog steeds onder de indruk van het zitje én de hoeveelheid beenruimte springt mijn blik naar het scherm op de stoel voor mij. Gesofisticeerde video’s van IJslandse delicatessen en landschappen wisselen elkaar af. Beeld zonder klank, want mijn headphones hebben niet de juiste aansluiting. Apple lightning bolt of aux, ik ben er nog steeds niet uit. Op het scherm lees ik dat KALEO speelt en dat ik voor meer IJslandse tunes terecht kan op Spotify. Icelandair deed de moeite om hun eigen playlist samen te stellen. Uitslovers. Maar zo komt die lightning bolt kabel toch nog van pas. Ik druk op play en kijk naar Pieter. Hij bevestigt mijn gevoel met dezelfde tevreden lach op z’n gezicht. Hij knipoogt. We zijn eindelijk vertrokken. 

Op de luchthaven worden we opgewacht door mannen in felblauwe jassen. Het logo van The Iceland Trail staat op de achterkant gedrukt. Niet te missen. Ik weet niet of dat ligt aan hun jassen of aan hun enthousiasme. Waarschijnlijk aan allebei. Of we een goede vlucht hebben gehad en of we er zin in hebben. En dat we plaats mogen nemen op de bus. We gooien onze backpacks in de bagageruimte en geven elkaar nog snel een high-five. Omdat we eindelijk terug in IJsland zijn. Maar vooral omdat we last-minute toch nog vliegtuighoezen voor onze trekrugzakken hebben aangeschaft. Die zagen we met een gerust hart van gespierde armen recht naar de bagageband vliegen. Of de wekenlange voorbereiding echte geargeeks van ons heeft gemaakt? Misschien.

(c) Op Wandel

De busrit van Keflavik airport naar Reykjavik Campsite duurt ongeveer een uur. Drie jaar geleden – tijdens onze trip langs the Ring road – brachten we ook een nachtje door op deze camping. Toen stonden we met onze KuKu-camper tegenover de plek waar nu onze tent staat. Vreemd hoe IJsland na één bezoek toch al aanvoelt als thuiskomen. Om 21 uur worden we verwacht voor de briefing. De gidsen delen materiaal en foodpacks uit en voorzien ons van een warm welkom. Hun enthousiasme is gelukkig nog steeds niet uitgedoofd. Integendeel, ze sleuren er iedereen in mee. Met een rondje ‘vertel-ons-over-jouw-guilty-pleasure’ breekt gids Robin het ijs. Ik geef toe dat ik zwicht voor een Julientje. De groep bestaat grotendeels uit Nederlanders die daar nog nooit van hebben gehoord. Maar wanneer ik uitleg dat een Julientje bestaat uit een pak frieten, stoofvleessaus, satékruiden, gedroogde ajuintjes, een viandel en mayonaise, knikken ze instemmend. Ook zij weten wat goed is. 

Na een grondige uitleg over de planning van de komende dagen en het materiaal volgen een heleboel tips. Welkome tips. Want de gidsen weten als geen ander hoe je een trekrugzak goed afstelt en hoelang het duurt om ‘s ochtends je tent af te breken en je backpack slim in te pakken. De rest van de avond gebruiken we om elkaar beter te leren kennen, want we reizen niet alleen. We zijn in het gezellige gezelschap van enkele solo travelers, kleine vriendengroepen, sportieve koppels en Yannick & Charlie van de reisblog Soms Ook Heimwee. Maar ook Anneke, Leendert en hun 17-jarige dochter Jolijn schreven zich in voor de trail. Een diverse groep dus, samen paraat voor de tocht. Samen op zoek naar soulfood. Vermoeidheid neemt ons over wanneer we nagaan hoe laat het is. Verward kijken we naar de klok. Het is 23 uur maar de avond is nog niet ingezet. En die zal ook niet inzetten, want in de zomer wordt het hier niet donker. Met een slaapmasker duiken we onze slaapzak in.

Dag 2: van Reykjavik naar Landmannalaugar

Na een lange, hobbelige busrit komen we aan op Landmannalaugar basecamp. Als bobble heads slingerden we collectief van links naar rechts op het ritme van de klapperende busramen. Maar wanneer de laidback vibe die over de campsite zweeft ook ons bedwelmt, zijn we de busrit helemaal vergeten. De surreële omgeving brengt ons in no-time in de zevende hemel. Snel de tenten opzetten en ons eerste potje Adventure Food koken, om dan te beginnen aan een dayhike van bijna 10 kilometer. De luswandeling met ongeveer 400 hoogtemeters brengt ons langs de toppen van Bláhnúkur. De ideale manier om ons voor te bereiden op het echte werk: een steile klim over losse vulkanische stenen en een stevig stukje dalen om de knieën wakker te maken. Technisch goed te doen. En bovenal worden we getrakteerd op prachtige 360°-views over Landmannalaugar. De zon speelt in ons voordeel. Dankzij haar stralen kunnen we genieten van overweldigende uitzichten over de gekleurde ryholietbergen, lavavelden en kronkelende waterstromen. Iedereen wordt er stil van en het ongeloof groeit wanneer de gidsen ons op het hart drukken dat het alleen maar beter wordt. Dat dit nog maar een fractie is van wat Landmannalaugar en de Fjallabak Nature Reserve te bieden hebben. Na de hike springen we in de natuurlijke hotsprings bij de campsite. Een zalige manier om op te warmen voor we onze tent dichtritsen.

Dag 3: Landmannalaugar – Hrafntinnusker

Misty morning in the mountains. De dauw druppelt van ons tentzeil wanneer ik wat water doe koken. Oploskoffie vergat ik mee te nemen, maar onder de medehikers is intussen een koffiehandeltje opgestart. De bonengeur komt me tegemoet terwijl de mist stilletjes optrekt. De bergen komen één voor één tevoorschijn. Die slow mornings maken van mij een gelukkig mens. 

Om klokslag 9 uur staan wij bij The Mountain Mall klaar voor de briefing. Vandaag staat de eerste etappe van de trail op het programma. 11 stevige kilometers brengen ons van Landmannalaugar naar Hrafntinnusker, de eerste hut op ons pad. Met ongeveer 500 hoogtemeters is dit meteen het zwaarste stuk van de trail. De laatste kilometers zullen we over sneeuwvelden wandelen en daar is het opletten voor sneeuwbruggen. Maar buiten de hoogtemeters en de sneeuw schotelt deze etappe ons geen zware uitdagingen voor. Er is amper een wolkje aan de lucht, de wind is met vakantie, de zon straalt en de temperatuur klimt naar 15 graden. Putting our gratitude practice to the test, want in IJsland ben je maar beter dankbaar voor ieder helder moment. Het weer heeft wispelturige kuren en kan in 5 minuten helemaal omslaan. Al geloven we dat als we collectief een rondje vingers kruisen, de zon onze wandelcompagnon zal blijven.

Het duurt even voor we helemaal zijn ingepakt. We proppen, steken en hersteken. En opnieuw. Met de hulp van gids Daan stellen we onze rugzak zo goed mogelijk af. Toegegeven: stiekem nemen de zenuwen me over. Dit gevaarte van 15 kg draag ik vanaf nu 4 dagen en 55 kilometer lang op mijn rug. Geen idee wat me te wachten staat. Geraken we wel tot het eindpunt? Wat als ik val? Kan ik dit fysiek wel aan? Wat als ik mezelf op één of andere bergtop tegenkom? Even verklaar ik mezelf voor gek. Maar dan gooi ik vol goede moed de rugzak op mijn heupen. 

De landschappen die we passeren zijn moeilijk te beschrijven. Zelfs de foto’s komen niet in de buurt van de realiteit. Gekleurde bergtoppen vullen de horizon en vormen een kleurenpalet van grijsblauw, beige, bruin, groen en roze. Af en toe verraadt een zwavelzwalm de aanwezigheid van een warmtebron in de buurt. We klimmen steeds hoger. Hier en daar bedekt een laagje sneeuw de gekleurde toppen. Voor de lunch ploffen we neer langs de oevers van een kleine rivier. Onze watervoorraad gaat er vlotjes door. Iets té vlot. Met Hadex in de aanslag vult Pieter onze drinkflessen met het glasheldere water van de rivier. Zelfs met een chloorsmaakje is dit veruit het lekkerste water dat we ooit gedronken hebben. 

Met een volle maag staan we voor een klim over een besneeuwde heuvel. Het is te steil om wandelstokken te gebruiken en de eerste paar meter zijn spékglad. For a split second klap ik dicht. Pieter en Charlie roepen instructies de hemel in. Rugzak aantrekken, wandelstokken aan de polsen en op handen en voeten naar boven klauteren. De eerste stap is altijd de engste. Plots sta ik boven. Een vrouw die op de top zit, glimlacht. ‘Well done.’

Tijdens het wandelen groeien de geruchten dat Hrafntinnusker ook wel het ‘Hell Hole’ wordt genoemd. De nachten zijn er koud en de wind blaast er uit volle borst. Het zou een slapeloze nacht worden. We laten de bewoonde wereld steeds verder achter ons. Het landschap wordt met de stap zwarter en boet elke meter in aan levendigheid. Het pad loopt de laatste kilometers bijna alleen over sneeuw. De sneeuwvelden geven de geruchten gelijk.

We zakken weg en gaan traag vooruit. Met wat verbeelding kuieren we over een parelwit strand in Bora Bora. Het gewicht van de rugzak brengt ons snel terug met beide voetjes in de sneeuw. Plots wijst Robin ons op een gedenksteen. In 2004 stierf hier een jongen van 25 jaar oud. Ido Keinan uit Israël werd verrast door een sneeuwstorm en raakte totaal gedesoriënteerd. Hij stierf op amper een kilometer van de hut. Dat hij nooit geweten heeft dat hij zó dichtbij was, is een magere troost. We worden er allemaal stil van. Onze liefde voor de buitenlucht verbindt ons met elkaar. Maar ook de angst voor de kracht van de natuur is iets wat we delen. We kijken op en zien de hutten van Hrafntinnusker verschijnen aan de horizon. We made it. Safe and sound. 

We worden er allemaal stil van. Onze liefde voor de buitenlucht verbindt ons met elkaar. Maar ook de angst voor de kracht van de natuur is iets wat we delen. We kijken op en zien de hutten van Hrafntinnusker verschijnen aan de horizon. We made it. Safe and sound. 

Voor elke tent is er op kniehoogte een cirkelvormige muur van zwarte stenen gebouwd, met als doel ons te beschermen tegen de helse wind. Voorlopig is het hier zo goed als windstil. We besluiten om nog een avondwandeling te maken naar de top van een berg die vlak bij de hut ligt. Ongeveer twintig minuten later staan we helemaal boven en weten we niet wat ons overkomt. Charlie noemt het een ‘meer’-moment. Een moment waarop je compleet overvallen wordt door een gevoel van meer: meer verwondering, meer dankbaarheid, meer liefde, meer warmte, meer relativering, meer peace of mind. In welke windrichting we ook kijken, overal is het uitzicht prachtig. Achter ons liggen zwarte bergen bedekt door lappendekens van sneeuw. Het patroon doet denken aan de vacht van een Dalmatiër. Voor ons ligt een oneindigheid aan bergen. Het zonlicht wordt met de seconde gouder en speelt met de kleurschakeringen van het rhyoliet. We ploffen neer. Nederig. Het is zo’n moment dat je probeert te capteren en vast te houden voor altijd. Ook al weet je dat dit moment zal vervagen in je herinneringen, hoe hard je het ook probeert vast te houden. We besluiten dat we nooit eerder zoiets moois hebben gezien en blijven nog een tijdje zitten. Hell Hole veranderde voor één keer in Heaven Hole. Die nacht hebben we geweldig goed geslapen. 

Ongeveer twintig minuten later staan we helemaal boven en weten we niet wat ons overkomt. Charlie noemt het een ‘meer’-moment, een moment waarop je compleet overvallen wordt door een gevoel van meer: meer verwondering, meer dankbaarheid, meer liefde, meer warmte, meer relativering, meer peace of mind.

Hrafntinnusker – (c) Op Wandel

Dag 4: Hrafntinnusker – Álftavatn

Wist je dat Laugavegur ‘de weg van het water’ betekent? Tot nu toe hebben we nog niet veel water gezien, maar vandaag komt daar verandering in. We hiken van Hrafntinnusker naar het meer van Álftavatn. And what comes up, must come down. De hoogtemeters van gisteren, ruilen we vandaag in voor pittige afdalingen. Op deze etappe van 11 km doorkruisen we ook onze eerste rivier. Het inpakken gaat al veel vlotter. Zowel Pieter als ik beginnen stilaan een systeem te ontwikkelen. Eerst de slaapzak, dan het matje, dan de rest. Links de snacks, rechts de waterschoentjes. Aan de helderblauwe hemel schijnt de zon nog steeds. Pieter arriveerde gisteren zelfs met verbrande kuiten bij de hut. Lesje geleerd. Na een uitgebreide insmeersessie steken we onze wandelstokken opnieuw in de grond. Er hangt een warme sfeer in de groep. Alsof we allemaal op dezelfde gelukzalige golflengte zitten. Als één team snijden we de eerste kilometers aan.

Herinner je de Dalmatiër van gisterenavond nog? We wandelen nu over z’n rug, door witte sneeuwvelden en langs zwarte heuvels. Ergens achter z’n achterpoot ligt het meer. Op één van de heuvels worden we weer getrakteerd op een fenomenaal uitzicht. Het stopt niet. Achter elke bocht en berg springt er iets nieuws op ons netvlies. Het maakt dat we traag vooruit gaan. ‘Amai, maar zie daar. Oh, kijk, hoe mooi. Allez, dat uitzicht jong.’ Veel verder dan die zinnen komen we niet, tot op het punt dat we gewoon in stilte en vol verwondering verder wandelen. Iets minder dan 2 uur na ons vertrek spotten we Álftavatn in de verte. Het is een gek zicht. Bergen in alle vormen en maten omringen het meer. Achter hen steekt de Katla-vulkaan er met kop en schouders bovenuit. Katla is één van meest actieve vulkanen in IJsland, grotendeels bedekt met het ijs van de Mýrdalsjökull-gletsjer. Het is alsof we naar een 3D-reliëfkaart staan te kijken. Perfect spot for lunch with a view.

De afdaling is zwaar. Gecontroleerd steek ik de wandelstokken één voor één recht voor mij in de grond. Hier en daar schuif ik weg op een los stuk steen. Mijn knieën knarsen onder het extra gewicht van de rugzak. Hoofd en balans erbij houden. Het put me fysiek en mentaal uit. Al vrij snel komen we bij de kronkelende rivier. Tussen twee rotsblokken is een stalen koord over het water gespannen. Ik kijk uit naar de ijskoude verfrissing. We springen zo snel als we kunnen in onze waterschoenen én in de rivier. Het water komt op aangename kniehoogte en in tien seconden staan we aan de overkant. De koude bijt in mijn tenen, om mijn voeten daarna te vullen met een gezellige warmte. 

We kuieren tussen grasvlaktes en hebben nog 2 kilometer te gaan. Door het gras lopen waterstroompjes, omringt door eenzame katoenplanten en fluogroen mos. Stabilo’s zijn er niets tegen. Wat verderop glinstert Álftavatn in het zonlicht. Alle tenten staan samen op een lapje gras. Zicht op het meer. Dit is beter dan een 5-sterren hotel. Met enig overtuigingswerk krijg ik Pieter zover om een duik te nemen in het meer. Anders gaan we er spijt van hebben, toch? Met een feloranje zwemshort loopt hij het water in. Ik sta op het strand van zwart zand en kijk hem na. De glinstering van het water fonkelt verder in mijn ogen. Even later is hij een stipje aan de horizon.

Hutten bij Alftavatn – (c) Op Wandel

Dag 5: Álftavatn – Emstrur

Gedaan met de pret. Ons tentzeil wordt geteisterd door hevige wind en klappert ons wakker. Naar IJslandse normen is dit nog steeds een mooie dag. We maken ons klaar voor 16 winderige kilometers. De tocht van vandaag wordt door velen ervaren als de zwaarste van de trail. We doorkruisen twee rivieren: een smal exemplaar bij Álftavatn, en een breed exemplaar in ongeveer de helft van de etappe. Tegen alle verwachtingen in zijn het niet de kilometers en de rivercrossings die zwaar wegen, maar wel het landschap. We laten het levendige decor rond de waterplas achter ons en duiken de lavavelden in. Kilometers lang zullen we over zwarte vlaktes wandelen. Geen boom. Geen dier. Geen afwisseling. Hier en daar een dapper bloemetje. Rechtdoor als enige optie.

Het blijkt al snel een kwestie van les goûts et les couleurs. We staan in het midden van iets dat in de buurt komt van een woestijn en zijn ondersteboven van het desolate landschap. In een straal van 10 kilometer is er geen teken van leven te vinden. Op het geluid van onze wandelschoenen in het zand en het geruis van de wind na, is het hier muisstil. Meer middle of nowhere wordt het niet. Af en toe geeft het opvliegende zand ons een zachte scrub. Terwijl ik een verdwaalde zandkorrel van tussen m’n tanden haal, kijk ik achterom. De wind wordt heviger en blaast het zand in wolken de lucht in. Het is alsof ze hemel en aarde met elkaar verbinden.

Af en toe geeft het opvliegende zand ons een zachte scrub. Terwijl ik een verdwaalde zandkorrel van tussen m’n tanden haal, kijk ik achterom. De wind wordt heviger en blaast het zand in wolken de lucht in. Het is alsof ze hemel en aarde met elkaar verbinden.

We komen steeds dichter bij de hutten van Emstrur. Om de hoek ligt een prachtig uitzicht verstopt. De zwarte bergen die voor ons liggen worden bedekt door een geelgroen mos. De zon is intussen door de wolken gebroken en gooit een warme gloed over ons heen. Links van ons zien we de hutten. De groene huisjes met rode daken passen perfect bij het panorama. Ze hadden geen betere kleuren kunnen kiezen. Mijn trekrugzak ploft neer op de stoffige ondergrond. Vooral mijn heupen zijn dankbaar wanneer ze van het extra gewicht verlost worden. Al geraakt mijn lichaam meer en meer afgestemd op de nieuwe situatie. De eerste dagen zag ik de zak als een noodzakelijk blok aan mijn been. Nu lijkt het erop dat we elkaar onrechtstreeks zijn beginnen appreciëren. De band met je backpack. Zou het een ding zijn? 

Emstrur – (c) Op Wandel

Rond 19.00 uur tonen de gidsen ons de weg naar Markarfljótsgljúfur, een verborgen parel in de IJslandse Hooglanden. Met een diepte van 200 meter en een lengte van 4 kilometer is dit één van de meest indrukwekkende canyons van IJsland. Door de twee steile rotswanden stroomt de Markarfljót, een gletsjerrivier die ongeveer 2000 jaar geleden ontstond bij de uitbarsting van de Katla vulkaan. Niet alleen de hoogte is duizelingwekkend, de hele canyon geeft ons instant kippenvel. Een groep meeuwen vliegt onbezorgd van de ene rotswand naar de andere. Mijn ogen vliegen met ze mee. Zouden ze beseffen hoe mooi het hier is?

Markarfljótsgljúfur – (c) Op Wandel

Een groep meeuwen vliegt onbezorgd van de ene rotswand naar de andere. Mijn ogen vliegen met ze mee. Zouden ze beseffen hoe mooi het hier is?

Dag 6: Emstrur – Porsmork

De voorbije dagen hebben we geen enkele boom of struik gezien. Ik besef nu pas hoe ongewoon dat is. Misschien is het gebrek aan bomen en alle leven dat ze aantrekken wel wat een landschap zo desolaat maakt. In IJsland zijn bossen zeldzaam. Maar vandaag, op de laatste etappe van de Laugavegur trail, doorkruisen we er een. We wandelen van Emstrur naar Pórsmörk of Thorsmork: het bos van Thor. De legende vertelt dat de dondergod hier zijn hamer in de grond sloeg. Uit de enorme klap ontstond een prachtige vallei met een feeëriek stukje bos. Voor we de eerste bomen tegenkomen, moeten we nog enkele lange kilometers over zwarte vlaktes trekken. Met een dubbel gevoel vouwen we onze tent op. De wind steekt op en de zon verdwijnt achter een wolkentapijt. Terwijl we ons Knusper-Müsli onbijt eten, dringt door hoe snel de trail voorbij is gevlogen. We hebben nu al heimwee naar de reis. Ik trek m’n regenjas aan, prop de heimwee in de stoffige backpack en gooi ‘m in een vloeiende beweging over mijn schouders. Prioriteiten stellen: heimwee is voor morgen. Eerst nog vollenbak genieten van de laatste 16 kilometer. 

Het pad trapt af met een verraderlijke afdaling op los grind. We zijn bijna beneden wanneer ik Pieter hoor uitglijden. Naast hem ligt één van zijn wandelstokken, volledig geplooid onder het gewicht. Gelukkig komt hij er met een paar schrammen vanaf. Met een scheve wandelstok zetten we de tocht verder. De rest van de route valt goed mee. Ups and downs afgewisseld door vlakke stukken. De omgeving vult zich gradueel met gevarieerd groen en op ongeveer een uur van de eindmeet doemt The Valley of Thor voor ons op. Aan de voet van de Mýrdalsjökull-gletsjer krijgen we zicht op het dal vol kronkelende riviertjes. Er rolt een onheilspellende wolk over de vallei. Mythisch en mysterieus is deze plek sowieso, daar heb je het verhaal over Thor en zijn hamer niet voor nodig. 

Vlak voor we het bos induiken, gaan we nog een laatste keer door het water. Meerdere riviertjes wachten op onze komst. De stroming is sterk, het water komt tot aan de dijen van de andere trailers en ik moet me serieus oppeppen om de oversteek te maken. Het gemekker van enkele schapen zorgt voor afleiding. Als drie musketiers springen ze vol zelfvertrouwen door het water. Het witte schaap is iets te enthousiast en gaat bijna kopje onder. Als dat schaap het kan, kan ik het ook. 

Het bos lijkt niet op de bossen die wij kennen. De smalle boomstammen kronkelen horizontaal over hoge grasvlaktes. Gele en paarse bloemen mengen zich tussen de grassprieten. Ze geven het bos een sprookjesachtige sfeer die een beetje aan de Efteling doet denken. De houten wegwijzers gidsen ons uit het bos, de verse hamburgers en frieten van de Volcano Huts tegemoet. En plots zit het erop.

Ik had mezelf een spectaculair beeld van de aankomst ingebeeld. Iets met springen en dansen. Maar het hele gebeuren is eigenlijk heel gewoon en sereen. Dansen doen we niet, stevige high-fives uitdelen wel. We zijn fier op onszelf, dat verklapt de lach op ieders gezicht. We vieren de ontlading en klinken op een meer dan geslaagde trektocht met een prijzig blikje Viking Beer. Even later schuiven we met ongeduldige smaakpapillen aan tafel. Na 5 dagen van gevriesdroogd eten is dit een absoluut smaakfestijn. ‘Moet je die frietjes niet meer hebben?’ Pieter kijkt me hoopvol aan. Ik schuif het bakje naar hem toe. ‘Neem maar, ik heb geen honger meer.’ Het is gelukt. Met een overdosis aan soulfood wist IJsland mijn honger te stillen. 


Kriebels gekregen om deze prachtige trail te bewandelen? Wij kozen ervoor om de tocht te maken met The Iceland Trail, georganiseerd door Travelbase. Zo’n begeleide tocht heeft heel wat voordelen:

  • Het enige wat je moet doen is wandelen en genieten. Al de rest wordt voor jou geregeld.
  • Als het wat moeilijker gaat, zijn de gidsen er om te ondersteunen en te begeleiden.
  • Samen uit, samen thuis. Het groepsgevoel geeft je extra kracht om de trail uit te wandelen.
  • De enthousiaste gidsen overladen je met handige tips & tricks about all things hiking.
  • Geen zorgen over veiligheid. De begeleiders kennen het terrein en de weersvoorspellingen. Ze houden de nodige oogjes in het zeil.

The Iceland Trail is ideaal voor beginnende wandelaars, voor solo travelers en voor mensen die van volledige ontzorging houden. Ben je eerder te vinden voor ruw en onbekend avontuur, weet dan dat je de trail perfect zelfstandig kan wandelen. Op fi.is vind je een heleboel praktische info.

Benieuwd naar wat er allemaal in onze backpack zat? We hebben na wekenlange voorbereiding enkele weloverwogen materiaalkeuzes gemaakt. Wat en waarom ontdek je in de online cursus ‘Gear & rugzak’ van Op Wandel Academy.

Happy hiking!

Liefs,

Dorien

Dorien Draps

Ik ben Dorien. Ziel, pen en stem achter Op Wandel. Zot van de buitenlucht en lover of all things slow.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *